‘Hetzelfde als altijd. Al twijfel ik wel hoor.’ Ik knipoog naar mijn kapster.
Trendgevoelig blijk ik niet. Althans, als ik de cijfers moet geloven. Ik val onder de vier procent van de bevolking die rood als verfkleur heeft.
‘Koperrood staat je prachtig,’ is het antwoord dat Trudy mij geeft als ze de kappersmantel om mij heen slaat. ‘Bij je groene ogen.’
Ze lacht en concludeert: ‘Dus het wordt dit en niks anders!’
Ik denk terug aan mijn eerdere grillige haarkeuzes. Net als mode blijkt een leuke haarstijl ook aan trends onderhevig. Zo was permanent, wie dat ooit bedacht heeft, in de jaren tachtig echt mode. Een getoupeerde pony ook. En ik deed daar, naïef dat ik was, vrolijk aan mee. Het leverde Trudy uiteindelijk een nieuwe klant op, toen ik met een mislukt kroeskapsel begin jaren negentig in haar stoel belandde.
Mensen laten zich ten alle tijden beïnvloeden door trends. Dat ik nu al jaren voor rode lokken kies, heeft ook even geduurd. Mijn eigen haarkleur zie ik al vanaf mijn achttiende levensjaar niet. Ik heb alle kleuren wel gehad. Van kastanjebruin, mahonie, highlights in drie kleuren tot een zwarte coupe, ja je leest het goed – zwart ja. Daarna smeekte ik bij Trudy om een blonde haardos. Ondanks haar hevige protest, maar ja haar klant blijft altijd koning, kwam ik met de voorspelde peentjeskleur onder het folie vandaan. Mijn man dacht werkelijk dat clown Bassie voor hem stond. Conclusie: voor mij na mijn veertigste geen modegrillen meer. Het enige waar ik nu rekening mee dien te houden zijn de natuurlijke grijze tonen die ik binnen een week of vier bedek.
Trend of niet, volgens menigeen is mijn haar een Goddelijk geschenk. Ik ontvang geregeld complimenten als ik met mijn lange, glanzende rode haardos ergens binnenkom, dus ik hou het lekker zo. En kapster Trudy past daarbij. Voor mij geen kinky en onpersoonlijke haarwinkel, maar een vakkundig leuk mens met een neus voor mooi haar en een portie aandacht. Een vrouw die nog steeds watergolf inzet bij vaste klanten uit de buurt en dagelijks met plezier alle soorten klanten kapt.
‘Natuurlijk weet ik wat er speelt en hou ik ontwikkelingen bij,’ zegt ze als ik ernaar vraag. ‘Het knippen is tegenwoordig veel technischer dan dat het vroeger was. Maar, de meeste trendgevoelige klanten komen bij mijn dochter Kim.’
Kim knipt als de beste, is net zo klantvriendelijk als haar moeder en mede-eigenaresse van de zaak die al bijna dertig jaar bestaat.
Voor achtentachtig procent van de Nederlanders blijken trends inderdaad niet zo belangrijk bij de keuze voor een kapsel. Ze willen liever dat het past bij hun persoonlijkheid en zorgt voor een unieke uitstraling. Trudy begrijpt dit. Ik vind haar uniek in haar soort. Als onderneemster en als mens. Zo past bij haar blond, maar dom is ze niet. Daarom besluit ik ter plaatse toch maar wat blonde highlights door mijn rode kapsel te trekken.