Met beleid hangt Eefje het glazen engeltje in de boom. Het krijgt daar een gewone plek. Het engeltje schittert en buigt zo nodig mee, zonder te vallen. Vreugde ervaart zij vooral door bij het licht te zitten en dierbare dingen om haar heen. Opzichtige ballen geeft zij voorrang. Het engeltje herinnert Eefje aan haar moeder. ‘Doe jij de piek erin, mam?’ Joshua kijkt Eefje met zijn pretogen aan. Ook hij heeft de liefde voor kerst van oma overgenomen. Ieder jaar zetten ze samen de boom neer en is het gezin “slachtoffer” van Eefjes optimistische kersthumeur. Dat overigens ietwat kantelt, wanneer…