Voorwaar, pas in het duister vindt men het licht.
Dus als we verdriet of problemen hebben, is dat licht dichterbij dan ooit.
Ellen leest de boodschap drie keer, het tijdschrift stevig in haar handen. Ze heeft iets met oneliners. Ze peppen haar op, maar soms grijpen ze haar naar de keel. Alsof geluk alleen voor bepaalde mensen is, want het einde van de tunnel ziet ze niet. Haar thee is koud en koude kamillethee is niet te drinken. Toch drinkt ze ervan, want het blijkt goed te zijn. Zo zit ze alweer meer dan een uur met een blad en smerige thee voor het raam, waarbij de kilte van januari door het venster voelbaar is. De kilte in haarzelf al enkele maanden.
Ijzige kou
Het is nog mistig en haar zintuigen staan aan. Zo ook iedere ochtend in het park wanneer ze wandelt op doktersrecept. Het doet haar goed. Als je loopt, hoef je niks. De wuivende rietpluimen langs de waterkant, het krakende grint op de paden, de eenden op stukken dun ijs en een hemel met een palet aan kleuren. Het zijn omstandigheden waardoor je kan ontspannen en de pracht van Gods schepping ziet. Zelfs bij ijzige kou. De krullen die vanwege de ochtenddauw spontaan in haar haren springen neemt Ellen voor lief. Ze hoeft toch niemand onder ogen te komen.
Als ze het zingevende tijdschrift op de tafel legt, besluit ze te gaan douchen. Het is half tien en echt tijd voor haar wandeling. Na de warme douche volgt een sessie met ijskoude stralen. Slechts twintig seconden. Ook dat blijkt goed te zijn en zo houdt zij zich staande met wat helende raad. Dit seizoen zal ze vast ontdekken wie ze in werkelijkheid is.
Onder de warme stralen denkt ze aan van alles. Haar werk, haar jeugd, het ziektebed van haar vader en de dagelijkse spuugsessies. Ook dat ze eigenlijk van hem kotst. Altijd hoopvol op een liefdevolle toenadering, maar zelfs op zijn sterfbed te trots. De haat-liefde verhouding met haar vader doet haar maag samenkrimpen en schaamte overvalt haar wanneer ze de haat in zichzelf toegeeft.
Aanvaarding
De koude douche brengt haar even in het moment. Geen gepieker over het proces waarin ze elkaar niet konden verdragen, maar medelijden overheerste. Hij was immers ziek, niet zij.
Wanneer de ademhaling stijgt en haar huid reageert op de ijskoude stralen telt ze nog drie seconden langer door. Misschien lukken er vijf. Het beste van jezelf geven in een onhebbelijke situatie is haar niet onbekend. Zelfs het besluit om haar vader aan de dood over te geven ging met deze controle gepaard. Hopen op beter. Is dat niet wat iedereen doet?
Na het opvoeren van de pijnmedicatie hield Ellens vader het nog drie dagen vol. Toen was er licht aan zijn einde van de tunnel. Nu Ellens aanvaarding nog.
In haar hoofd ervaart ze een donkere boel, groter is het hemelse licht.
Buiten gaan de gedachten door. Ze wil graag dat het piekeren stopt, maar het is tijd om zichzelf te verkennen en te omhelzen. Niet langer de labels meer te accepteren, maar de vrouw te worden die God zegt dat ze werkelijk is. Het huis dat ze aan het begin van het park dagelijks passeert, heeft dezelfde gordijnen als haar ouderlijk huis. Het huis dat na de dood van haar vader binnen drie weken is verkocht. Een omweg nemen kan, dan denkt zij er niet aan. Maar ach, ze moet er toch doorheen. Sterk zijn was het motto van thuis en nu maar hopen dat die beklemmende tunnel een volgende keer wat korter duurt. Ellen kijkt naar boven. In haar hoofd ervaart ze een donkere boel, groter is het hemelse licht. Daar houdt ze zich aan vast. Met de ochtendzon op haar gezicht loopt ze het pad op zonder doel. Ze lacht.