Lekker laten stromen

‘He, hoe gaat het?’ Een gewoontevraag die we vaak stellen als we iemand tegenkomen.
‘Goed,’ is het antwoord dat veelal wordt gegeven. Sterker nog, ik moet soms even schakelen als iemand spontaan ‘niet goed’ zegt. Dan wordt er namelijk iets meer van mij gevraagd. Die diepe connectie met iemand maken in het moment zonder mij verantwoordelijk te hoeven voelen voor ‘het niet goed voelen’ van de ander is iets dat God mij de laatste jaren juist laat zien. Het is een kunst, waar ik overigens nog vaak genoeg in faal. Net als ik, mag de ander namelijk ook zelf bepalen of zij de goede bron willen laten stromen of dat ze het onderdrukken.

En dan komt het dus hè… Als ik net trots ben op mijzelf en doorheb hoe die Goddelijke stroom werkt en ik daar dan in een hyperstatus een te gekke column over wil gaan schrijven, word ik ineens onzeker gemaakt. Twijfel sluipt erin en voor ik het weet denk ik dat ik bepaalde inzichten niet goed begrijp. ‘Nee Lin, er zit vast een addertje onder het gras. God of bepaalde personen verwachten vast wat anders van mij. Ik kreeg namelijk de bevestiging niet, dus dan kan ik er ook niet over schrijven.’ Oeps. Daar is ie weer, die lekkere slachtofferrol waarbij ‘ik ben niet goed genoeg’ de boventoon voert.

Ik weet dat God mij ziet, maar negeer Hem een uurtje of twee. Ik zit daar dus achter mijn pc zonder een zinnig woord op mijn scherm te typen. Als gevolg van mijn eigen gecreëerde frustratie kies ik om de boel lekker te laten doorstromen. Alleen niet door een gebed, maar door twee glazen wijn. Ze zeggen dat schrijvers graag drinken. Ik zeg: ‘proost.’ Wat mij betreft klopt dat. Tijdens een gezellige avond vind ik het heerlijk om van een glas wijn te genieten. Maar, echt: ‘wake up Linda.’ Het is maandag twee uur in de middag en al verkoop ik aan mijzelf dat het ruimte geeft aan mijn creativiteit, ik geloof niet dat dit de bedoeling is. Mooi, weer een punt voor de tegenpartij die mij ondertussen aardig in de tang heeft. Ik besluit een paar glazen water te nemen, wat huishoudelijk taken te doen en na mijn rondje boodschappen sta ik open voor de ontvangst van de boodschappen van God. Het wordt tijd om in te grijpen en niet wat anders te gaan geloven.

Terwijl ik mijn stille tijd hou, denk ik aan eerdere momenten waarbij twijfel mij bekroop. Die keren dat ik bijvoorbeeld het schrijven wilde opgeven, omdat verkeerde gedachten mij meester maakten. Gedachten als: ‘hé Lin, stop er lekker mee. Mensen werken niet mee en de feedback is niet wat ik verwacht, dus niemand zit op mijn verhalen te wachten. Ik herschrijf een hoofdstuk al voor de tiende keer en er is nog geen uitgever, dus misschien is het echt beter dat ik stop.’
Ik zucht en ik lach om die negatieve mindfuck. En, ik aanvaard dat ik daar na vierenveertig jaar weer eens intrap. Dan duik ik met een bak koffie en een vredige houding weer achter de pc en valt mijn oog op twee notities die tussen mijn spullen op de keukentafel liggen. Op een post it heb ik geschreven: ‘when it is not okay, it is not the end.’ En: ‘waar jij een punt zet, zet God een komma.’
God is echt zo bijzonder. Hij laat Zijn boodschappen of cadeautjes in diverse verschijningsvormen zien. En zo krijg ik weer een signaal om vooral door te gaan en mijzelf niet naar beneden te halen. Alles wat er in mij omgaat is bij God bekend. Ik had het blijkbaar zelf even niet door. Dan schut ik in een uur deze blog uit mijn mouw en herschrijf ik een hoofdstuk met plezier voor de elfde keer. Het wordt steeds beter. Komma. Het is nog niet klaar.