Leontien pakt de lege wijnflessen van de keukenvloer en stopt ze in een plastic tas. Het was een rustige zaterdag, maar dat is natuurlijk een misvatting. De alcohol verstoort haar leven en de nachtmerries blijven. Dit keer lagen de kinderen in de tuin. Leontien kon ze weer niet redden vannacht. Als stokken uit de Ted de Braak Show vlogen de kinderen kaarsrecht naar beneden. Vangen lukte niet, waardoor ze met een geplakt t-shirt aan haar huid nog duizenden schapen telt om de slaap te vatten. De zwarte gedachten stoppen niet, maar de alcohol helpt haar te ontsnappen.
In de bijbel
De glazen nemen toe voor een vergelijkbare euforisch gevoel. Leontien denkt het nodig te hebben en beland duizelig in bed. Lazarus, zo kan je het ook noemen.
In de bijbel heeft ‘Lazarus’ een positieve betekenis. Deze naam komt twee keer voor en gaat niet over iemand die dronken is. Het verhaal van Lazarus dat door evangelist Lucas is opgeschreven, gaat over de vergelijking tussen een arme en rijke man en de taak om naasten te helpen. In het evangelie van Johannes is de andere Lazarus doodziek. Het is de broer van Martha en Maria, drie vrienden en volgelingen van Jezus. Als hij overlijdt, wekt Jezus zijn lichaam weer tot leven. Lazarus staat symbool voor lijdende mensen en een God die mensen redt.
Leontien kent deze God van hemel en aarde niet. Zij kent geen hoop en geluk. Het klinkt voor haar als een sprookje van Grimm. Zij gelooft dagelijks twee liter Chardonnay nodig te hebben en leeft niet lang en gelukkig. Pijn doet het wel. Overal waar hoop ligt, snijdt het haar in het hart.
Geschenk
Wanneer Leontien met de tas naar de glasbak wandelt, kijkt ze op haar klokje. Het is inmiddels half drie en de dag met haar problemen is voor de helft voorbij. Gelukkig, denkt ze. Ook dat de buren niet thuis zijn. Het houten hekje is namelijk verrot. Iets waar ze al een paar keer vriendelijk over is benaderd. Zij willen het vervangen, maar Leontien niet. Dat beklemmende gevoel op haar strot wanneer de buren haar benaderen, neemt niet af. Het voelt alsof je verplicht het ontbijt naar binnen moet proppen, terwijl je geen honger hebt. Die geforceerde vriendelijkheid van een huis van glorie, terwijl de wereld in haar huiselijke put donker is. De wanden zijn stijl, te glibberig en wanneer ze uitglijd, krijgt ze nog minder geloof. In zichzelf, in het licht of in wat voor heilig vuur of nieuw hekje dan ook.
‘Het leven is een geschenk’, zei de buurvrouw eens.
‘Maar, je moet het wel aanpakken.’
Leontien knikte, maar bedankt er inwendig voor.
Een verslaving is duivels en heeft destructieve gevolgen. Altijd, ergens.
Hulp
Het enige cadeautje dat Leontien zichzelf gunt is wijn en een avondmaal. Klinkt misschien heilig, maar het vult haar hart niet. Dat ze kookt, is wel een pluspunt. Van magnetronmaaltijden moet ze namelijk kotsen.
De voordeur gaat stroef en als ze deze achter zich sluit, voelt ze de opluchting. De lege zak legt ze naast de potjes groenten en pindakaas in de voorraadkast. Daar staan vier flessen Merlot. Genoeg voor vandaag.
Op het vieze fornuis staat de pan van gisteren. Afwassen is niet gelukt. Ze veegt de bruine boter met een stuk keukenrol weg en pakt een fles, met het idee daar straks een scheutje van bij de kip te gooien. Deze is op voor ze een hap heeft genomen. Het gif in haar lijf breekt haar op de lange termijn af. Een verslaving is duivels en heeft destructieve gevolgen. Altijd, ergens. Zo wint de trek en volgt de schaamte. Alleen morgen niet. Op maandag wil ze stoppen. Dan wenst ze haar verwoeste eigendommen terug te nemen, al weet ze diep van binnen dat ze niet bekwaam is dat alleen te doen. Zo schreeuwt het kleine meisje op dinsdag weer om hulp. Als het goed is, komt die tot iedereen. Zelfs Lazarus.