Kleur bekennen

Tim rekt zijn lijzige benen uit tijdens de warming up als zijn aandacht naar de tribune gaat.
“Hee opa,” roept hij. “Jouw partij heeft het niet echt goed gedaan hè?”
Op het gezicht van mijn vader verschijnt een dikke grijns. Niet vanwege het verlies van negenentwintig zetels van “zijn” PVDA. Wel om het cynisme van zijn oudste kleinzoon. ‘Duidelijk een karaktertrek van mij,’ moet hij gedacht hebben.
Het opgewonden PVDA rood zit nog op mijn vaders wangen als ik met een portie haast en boterhammen naast mijn ouders op de tribune plof. De wedstrijd begint. Mijn vader vertelt in geuren en kleuren over de opmerking van zijn zestienjarige kleinzoon, wel drie keer. Zo enthousiast is hij over de interesse voor politiek van deze meestal wat introverte, doch observerende puber.
“Hij kan niet wachten om over vier jaar zijn stem te mogen uitbrengen,” schep ik op. “Een debatje hier en daar. Alles wordt op dit moment opgenomen of op YouTube bekeken.”
Ondertussen kijk ik naar mijn jongens op het handbalveld. Het is een genot om mijn jongste zoon een paar prachtige treffers te zien maken. Die emotie bij topsport, ik hou ervan. Dit streberige mannetje, één jaar jonger dan de ander, is alleen totaal niet met politiek bezig. Sem leeft meer bij de dag. Ook heerlijk!
Dan werp ik een blik op Tim in het doel. Ofwel op ‘het groentje’, want het is Jesse Klaver die voor nu zijn hart heeft veroverd. Hij steekt zijn duim omhoog. Ik doe hetzelfde. Zeker een keer of vijf gedurende een wedstrijd. Het is bijgeloof, niet echt nodig als je in God gelooft, maar voor mijn gevoel werkt het. De gelijkenis in het gezin is zichtbaar. Ik ben niet rood, maar wel sociaal. Ik stem geen Groen Links, maar ook duidelijk met de vooruitgang van mijn kinderen bezig. Maar ach, is een beetje geluk brengen in het leven van een ander niet het doel op zich?
Ik wrijf over mijn vaders knie en zeg: “leuk he? die jongens.”
Ons team staat één goal voor, maar de wedstrijd is nog niet gespeeld. Net als de verkiezingen vorige week. ‘Joepie, mijn partij heeft er een zetel bij!’ appte ik vijftien maart naar mijn vader. Wat de volgende ochtend plots anders bleek. Christen Unie blijft vijf zetels houden, maar ik genoot sowieso. Van het voorkomen van Gert Jan Segers deze verkiezingsperiode en de berichten met mijn pa. Flarden van herinneringen komen voorbij. Hoe ik als meisje van dezelfde leeftijd ook de discussie opende met de rechtse standpunten van mijn schoolvriendinnen. Met mijn onderzoekende geest wilde ik net als Tim begrijpen hoe een ouder tot bepaalde waarden en overtuigingen kwam. Ik nam ze mee, de waarden van mijn pa. Om vervolgens dat begrip voor andersdenkenden en een hart voor zwakkeren door te geven aan die lieve topscoorder in het veld en die keeper met een open mind. Groen, rood, blauw of wat voor kleurrijk type ze ook zullen zijn, eenieder is geliefd en bijkleuren mag.