Na enkele weken angstspelletjes af te spelen in mijn hoofd loop ik deze vrijdagochtend met een vredig hersenpannetje de trap af. Hij ligt op mijn mat, de ochtendkrant. Op de voorkant prijkt een innemende foto van Sven Kramer. De man die naast zoveel gewonnen prijzen ook met een gouden Olympische plak op de tien kilometer naar zijn Naomi had willen rennen. Met genot kijk ik naar onze succesvolle schaatsers met een winnersmentaliteit en leef ik mee met topsporters die knetterhard werken en dan een verlies hebben te incasseren.
Geluk in handen
Iedereen kan bedenken hoe lijdzaam het kan zijn als je niet krijgt wat je wilt. Dat geldt niet alleen voor sporters. Volgens mij gaat iedereen op zijn of haar eigen manier voor goud. Of het nu gaat om het vinden van die passende baan of studie op maat. Of het gaat om het ontspannen leren plannen van je leven, het vinden van vreugde of om de hoofdprijs naast wie je dagelijks wakker wordt. Als mens willen we graag het best haalbare.
Nou, heb ik even geluk! Ik word namelijk iedere dag wakker naast een ware titelkandidaat. In de rondjes onder de dertig, die Sven gisteren eigenlijk had moeten schaatsen, heeft mijn eigen held namelijk al een heel bos omgezaagd. Ja, ook deze ochtend word ik eerder wakker dan mijn schoolgaande kinderen vanwege mijn Olympische Snurk-kampioen.
Soms beland ik op de bank, soms. Als mijn fijngevoeligheid en frustraties de overhand hebben en mijn oordoppen aan vervanging toe zijn. Gisterenavond had ik gelukkig genoeg aan een gebed. De oplossing heb ik in handen en dan vergeet ik soms gewoon te bidden voor een goede nachtrust. Hoe bizar is dat?
Natuurlijk helpt ook het besef dat ik deze donderdagavond vroeg mijn bed ik kan duiken zonder mijn wijntje. Zo duik ik vast in mijn remslaap voordat mijn kampioen zijn snurk-positie inneemt.
Ik vind het mooi hoe kwetsbaar wij als mens eigenlijk zijn. Het doet mij juist beseffen hoe hard ik God nodig heb.
Maakbaar mens
Geluk en succes blijkt deels maakbaar, denk ik na een goede nacht en het lezen van deze column. Waarschijnlijk dacht Sven dat ook. Hij deed zijn best en begrijpt ook dat door een groot geloof en maximale inzet zich betere scenario’s af kunnen spelen in je leven dan je zelf hebt bedacht. Toch blijkt hier dat wij afhankelijk zijn van zoveel factoren. Ik vind het mooi hoe kwetsbaar wij als mens eigenlijk zijn. Het doet mij juist beseffen hoe hard ik God nodig heb. Hoe graag ik ook de beste keuzes wil maken, ik blijk net als Sven geen machine – maar een feilbaar mens. Gelukkig wel een mens die mag vertrouwen op een God die er altijd is, ons dingen leert en ons weer optilt als we van dat podium afstorten. Dat is pas goud!