Maria zit op een bankje met haar vriendinnen en ziet het meisje met de rode jurk. Ze heeft een knotje en beweegt met haar kleine voetjes in haar slippertjes door de stralen van de fontein. Het spetteren op de natuurstenen plavuizen geeft een ontspannen gevoel. Het is de magie van water. Maria was een peuter toen ze speelde in een pierenbad in de stad. Het lag tussen vier appartementsgebouwen in, op een pleintje en in beton gegoten. Daarnaast een kleine strook groen dat genoeg was voor een potje voetbal. Maria woonde op de derde etage van het meest schaduwrijke gebouw.…