Je kent hem wel, Calimero. Dat zwarte kuikentje uit de gelijknamige tekenserie met een half eitje op zijn kop en een zeikerig snaveltje. Bekend om de uitspraak: “zij zijn groot en ik is klein en da’s niet eerlijk, o nee”. Het calimerocomplex is het gevoel van personen dat ze structureel tekort komen of niet serieus genomen worden vanwege hun geringe omvang. Klein ben ik niet qua omvang en groot is op dit moment mijn toenemende mate van ergernis naar dit Calimero-gedrag. Ik probeer begrip te tonen voor mijn omgeving, aangezien er vaak verborgen leed zit achter het gepiep en ik ook fases in mijn leven ken waarbij ik een oscar-nominatie ontvang voor mijn slachtofferrol. Bevestiging zoeken mag en je klacht op tafel gooien om dingen ten goede te veranderen ook, maar aanstellen niet en zeker niet te de hele tijd. Zo wil ik dus niet zeuren over van die energie-vretende, sfeerbepalende mensen, maar vertel mij: hoe moet ik omgaan met drama-queens die, vaak ook nog achter je rug om, piepen over de kleinste dingen? God, help mij! Voordat ik iets op hun irritante snaveltje mik.
Door je gedachten op God te richten, ontstaan God-gelijkende gedachten.
Denk groot
Ook al blijf ik met mijn tomeloze inzet wel eens verdrietig achter, ik peins er niet meer over om ellenlang te treuren door verongelijkt gedrag als ik mijn zin niet krijg. Dat kost moeite, natuurlijk. Zeker als je van nature gedrag hebt aangeleerd om juist bij die personen bevestiging te zoeken die het met moeite geven. Dreinen als een kind van vijf heeft geen zin en mijzelf een minderwaardigheidscomplex aanpraten, al helemaal niet. Ik wil positief denken. Positieve denkers produceren positieve levens en met een negatieve kijk, leef je sneller met angst en twijfel. Oefenen in positief zijn, is belangrijk. Dagelijks ploppen er namelijk negatieve gedachten op. En, bij een reeks aan pessimistisch getetter in mijn hoofd, gooi ik mijn focus liever op Jezus. Als ik aan hem denkt, verandert mijn humeur meteen.
Een bekend gezegde, overigens niet uit de bijbel, is: “je bent wat je denkt of je wordt wat je blijft denken”. Als je denkt ‘Ik ben een mislukkeling’, dan word je het ook. In een Calimero-dal zitten en denken dat het mij altijd overkomt en door een ander is gegraven, helpt voor geen meter. Sterker nog, dan heb ik God des te harder nodig om mij eruit te halen. Door je gedachten op God te richten, ontstaan God-gelijkende gedachten. Dat zijn opgewekte, vredige en positieve gedachten.
Ook al is in Nederland deze tekenserie geboren in het jaar dat ik voor het eerst het daglicht zag, ik peins er niet over om levenslang in teleurstelling te blijven hangen. Gebed is het beste wapen om mijzelf van angst te bevrijden en om die negatieve gedachten niet zo serieus te nemen. Ook helpen een paar goede grappen om mijn pruillip in een grijns te doen veranderen.
Lesjes
Ik verbaas mij alleen hoeveel mensen geen humor hebben. Die blijven zeiken en de sfeer bepalen. Mijn pa noemde ze vroeger altijd “van die gezellige hopen stront”. Nou, ik heb mijn broek vol aan die chagrijnige drollen en ze trekken mij aardig mee in hun shit.
Oeps, daar gaat mijn positiviteit – die je als lezer aan het einde van mijn blog hoopt te verwachten. Woorden van geloof probeer ik te prediken, maar al typend ontstaat er dit keer geen “ik heb het licht gezien verhaal”. Meer een klaagzang over klagers. Piep, piep, hallo!
In deze fase van mijn leven gaat het vooral om drollen doorslikken of lekker laten liggen. Ik dacht, vandaag doe ik eens wat anders. Dan krijg je immers wat anders. Al vraag ik mij af of het helpt om mijn hart te luchten en mijn shit op jullie bordje te gooien. Laat ik die schil meteen van mijn eigen hoofd halen en voor nu vooral even tot rust komen. Ik leg mijn pen neer en besluit wat te knuffelen met het vriendje dat het minste klaagt – Boris, mijn kat. Zijn charisma vol zelfvertrouwen en kalmte merkt iedereen op. Hij laat mij continu zien dat ik mij niet zo druk hoef te maken en is zo lief. Bij onrust, loopt hij gewoon even weg. Als ik tegen hem praat, kletst hij terug. Ik smelt bij zijn knorren en het lijkt of hij zegt: ‘Lin, maak je niet zo druk.’ Ik kijk naar buiten en besluit de drollen van Boris in onze tuin maar even op te ruimen. En de shit van anderen, dat is aan hun. Ik blijf hun liefhebben en laat het nu los. Amen!